Lozingen
De OFGV behandelt voor een groot aantal gemeenten en de beide provincies in haar werkgebied de meldingen die worden ingediend in verband met lozingen. Daarnaast stuurt de OFGV zo nodig de meldingen door naar het waterschap voor die meldingen waarvoor het waterschap het bevoegde gezag is. De OFGV voert ook toezicht uit op lozingsactiviteiten. Lozingen vanuit woningen op het riool vallen buiten de werksfeer van de OFGV.
Het lozen van afvalwater
Afvalwater is over het algemeen vervuild water dat afgevoerd moet worden. Zo wordt vanuit huishoudens afvalwater geloosd, maar ook vanuit bedrijven. Verder komt afvalwater vrij bij andere activiteiten, denk hierbij aan bronbemaling bij bouwwerken waarbij grondwater weggepompt moet worden. Naast het soort lozingen speelt ook hoe of waarop wordt geloosd een rol. Vindt de lozing plaats op het gemeenteriool of rechtstreeks op het oppervlaktewater, of wordt geloosd op of in de bodem?
Wijzen van lozen
Lozing via het rioolstelsel
Bij rioolstelsels kan het gaan om een gemengd stelsel en een gescheiden stelsel. Een gemengd stelsel houdt in dat zowel het vuile water als het schone hemelwater door dezelfde leiding wordt afgevoerd. Bij een gescheiden stelsel wordt het vuile water gescheiden van het hemelwater afgevoerd. Hierop zijn varianten ontworpen, zoals het verbeterde gescheiden stelsel.
Gemengde stelsels vind je over het algemeen nog in de oudere bebouwde gebieden en de gescheiden stelsels in de bebouwde gebieden vanaf ongeveer de jaren ’80.
In de meeste buitengebieden zijn persriolen aangelegd voor het verontreinigde water van woningen en bedrijven. Een persriool is het meest praktisch omdat het afvalwater over grote afstanden moet worden getransporteerd.
Met uitzondering van de hemelwaterriolen, zijn alle andere riolen aangesloten op een rioolwaterzuiveringsinstallatie.
Deze manier van lozen via een gemeentelijke riolering wordt een indirecte lozing genoemd.
Lozing op oppervlaktewater of in de bodem
Twee andere manieren van afvalwater lozen zijn het lozen op oppervlaktewater en het lozen op of in de bodem. Deze vormen van lozen mogen alleen wanneer het om nagenoeg ‘schoon’ water gaat. Het kan bijvoorbeeld gaan om hemelwater, voorgezuiverd water of water van een bronbemaling.
Bij verontreinigd water houdt dit in dat het voorgezuiverd moet worden voordat het geloosd mag worden. Een voorbeeld hiervan is het toepassen van een helofytenfilter.
Soort lozing
Naast de manier waarop wordt geloosd is in grote lijnen onderscheid te maken tussen lozingen uit huishoudens en die als gevolg van bedrijfsactiviteiten. Dit onderscheid werkt ook door in de regelgeving.
Bij lozingen in het werkgebied van de OFGV kunnen 3 bevoegde gezagen in beeld zijn, namelijk de gemeente, het waterschap of Rijkswaterstaat.
De gemeente is het bevoegde gezag voor de meeste lozingen. Het waterschap is dat voor alle lozingen op de oppervlaktewateren binnen de grenzen van het vaste land en voor de grotere bedrijfslozingen. Rijkswaterstaat is het bevoegde gezag voor de lozingen op oppervlaktewateren buiten de dijken.
Het openbare rioolstelsel is meestal eigendom en dus in beheer van de gemeente. Persleidingen zijn vaak in beheer bij het waterschap en anders bij de gemeente.
Informatie over lozingen
Op de website van het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO) is veel informatie te vinden over lozingen.