Klachtenregeling OFGV
Hieronder vindt u de klachtenregeling van de OFGV.
Artikel 1 Wettelijke grondslag
Deze klachtenregeling heeft betrekking op de behandeling van klachten in overeenstemming met hoofdstuk 9, titel 9.1 van de Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Begripsbepaling
In deze regeling wordt verstaan onder:
Omgevingsdienst: het rechtspersoonlijkheid bezittend Openbaar Lichaam Omgevingsdienst Flevoland Gooi en Vechtstreek;
Bestuursorgaan: het algemeen bestuur, het dagelijks bestuur of de voorzitter;
Directeur: de directeur van de omgevingsdienst;
Medewerker: een ieder die krachtens ambtelijke aanstelling of arbeidsovereenkomst werkzaam is bij het de omgevingsdienst, alsmede stagiaires, vrijwilligers, uitzendkrachten en andere personen die onder de taakstelling van de omgevingsdienst werkzaamheden verrichten;
Gedraging: ieder handelen of nalaten;
Klacht: uiting van ongenoegen betreffende een gedraging van een bestuursorgaan of een medewerker van de omgevingsdienst;
Klager: degene die een klacht indient;
Bemiddeling: een methode om in goed overleg en in overeenstemming de klacht op te lossen;
Wet: Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 3 Indienen klacht
- Een ieder heeft het recht een klacht in te dienen bij de omgevingsdienst over de wijze waarop een bestuursorgaan of medewerker zich in een bepaalde aangelegenheid jegens hem heeft gedragen.
- Een klacht kan zowel mondeling als schriftelijk worden ingediend bij de klachtencoördinator van de omgevingsdienst of bij een medewerker van deze dienst.
Artikel 4 Mondelinge klachten
- Mondelinge klachten kunnen zowel telefonisch worden ingediend als tijdens een bezoek aan het kantoor van de omgevingsdienst.
- Indien een klacht bij een medewerker naar voren wordt gebracht, tracht deze direct aan de klacht tegemoet te komen.
- Indien er naar het oordeel van klager geen oplossing is verkregen, stelt de medewerker, die de klacht in behandeling heeft genomen, klager in de gelegenheid zijn klacht schriftelijk in te dienen. Daartoe wordt op verzoek een klachtenformulier verstrekt. De medewerker informeert de klachtencoördinator daarover.
Artikel 5 Schriftelijke klachten
Een schriftelijke klacht moet zijn ondertekend en ten minste de volgende gegevens bevatten:
- de naam en het adres van de klager;
- de dagtekening;
- een omschrijving van de gedraging waarover geklaagd wordt.
- De klachtencoördinator draagt zorg voor registratie van de schriftelijke klachten.
Artikel 6 Termijn en wijze van afhandeling
- De klachtencoördinator stuurt de klager, binnen zeven werkdagen na ontvangst van de schriftelijke klacht, een bericht van ontvangst. In deze ontvangstbevestiging wordt informatie verstrekt over de procedure van de afhandeling van de klacht.
- De leidinggevende en de aangeklaagde ontvangen een afschrift van de daarbij meegezonden stukken.
- De leidinggevende informeert de aangeklaagde over de inhoud van de klacht en draagt er zorg voor dat deze over de verdere behandeling van de klacht geïnformeerd blijft.
Artikel 7 Ontvankelijkheid van de klacht
Een klaagschrift behoeft niet behandeld te worden indien zij niet voldoet aan het bepaalde in artikel 9:8, eerste lid, van de wet, indien zij betrekking heeft op een gedraging:
- waarover reeds eerder een klacht is ingediend die met inachtneming van de artikel 9:4 en volgende van de wet is behandeld;
- die langer dan een jaar voor indiening van de klacht heeft plaatsgevonden;
- waartegen door de klager bezwaar gemaakt had kunnen worden;
- waartegen door de klager beroep kan of kon worden ingesteld;
- die door het instellen van een procedure aan het oordeel van een andere rechtelijke instantie dan een administratieve rechter onderworpen is, dan wel onderworpen is geweest;
- zolang ter zake een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of vervolging van een strafbaar feit en ter zake van dat feit een opsporingsonderzoek op bevel van de officier van justitie of een vervolging gaande is.
Het bestuursorgaan is niet verplicht de klacht te behandelen indien het belang van de klager dan wel het gewicht van de klacht kennelijk onvoldoende is.
Bij het niet in behandeling nemen van de klacht wordt de klager zo spoedig mogelijk doch uiterlijk binnen vier weken na ontvangst van het klaagschrift schriftelijk in kennis gesteld.
Artikel 8 Klachtencoördinator en plaatsvervanger
Het dagelijks bestuur wijst een klachtencoördinator en een plaatsvervangende klachtencoördinator aan.
De klachtencoördinator is belast met:
- de opvang van en bemiddeling bij klachten.
- de registratie en de advisering over klachten.
- de behandeling van de klacht waaronder het horen van klagers.
Indien de klacht betrekking heeft op de klachtencoördinator, wordt de klacht behandeld door de plaatsvervangende klachtencoördinator.
Artikel 9 Bemiddeling
De klachtencoördinator neemt binnen zeven werkdagen na ontvangst van de klacht contact op met de klager.
De bemiddeling vindt plaats binnen twee weken nadat de klachtencoördinator contact heeft op genomen met de klager, tenzij:
- de klager afstand heeft gedaan van de bemiddelingsmogelijkheid;
- de klacht niet ontvankelijk is.
Indien de klager na de bemiddeling te kennen geeft niet tevreden te zijn over de afhandeling van de klacht, stelt de klachtencoördinator de klager in kennis van de verdere procedure.
Artikel 10 Klachtenbehandeling door klachtencoördinator
- De klachtencoördinator stelt de klager en degene over wie is geklaagd in de gelegenheid schriftelijk dan wel mondeling en al dan niet in elkaars aanwezigheid -een en ander ter beoordeling van de klachtencoördinator- hun standpunt toe te lichten.
- De klachtencoördinator kan, indien zulks ter beoordeling van de klacht noodzakelijk wordt geacht, ook anderen in de gelegenheid stellen van een klacht kennis te nemen en daaromtrent mondeling of schriftelijk verklaringen af te leggen.
- Van een mondelinge toelichting wordt een verslag gemaakt.
- De klager en degene over wie wordt geklaagd kunnen zich ter behartiging van hun belangen laten bijstaan door een gemachtigde.
- De klachtencoördinator brengt advies uit aan het dagelijks bestuur over de gegrondheid van de klacht en of er naar aanleiding van de klacht reden is voor het treffen van maatregelen.
Artikel 11 Beoordeling van de klacht door het dagelijks bestuur
Binnen acht weken na ontvangst van de klacht deelt het dagelijks bestuur de klager en degene over wie is geklaagd gemotiveerd schriftelijk mee:
- zijn oordeel over de gegrondheid van de klacht;
- of hij naar aanleiding van het daarin vervatte oordeel c.q. de daarin geformuleerde aanbevelingen maatregelen zal nemen en zo ja welke;
- de verdere procedurele mogelijkheden in tweede instantie;
Indien naar het oordeel van het dagelijks bestuur de termijn van acht weken als bedoeld in het eerste lid, ontoereikend is voor het geven van een advies over een ingediende klacht kan hij deze verlengen.
Van de in het tweede lid bedoelde verlenging stelt de klachtencoördinator de klager en degene over wie is geklaagd in kennis onder vermelding van de termijn waarbinnen het oordeel zal worden gegeven.
Artikel 12 Verslaglegging en registratie
- De klachtencoördinator stelt jaarlijks een rapportage op van de geregistreerde ingediende schriftelijke klachten, waarin tenminste worden vermeld de aard van de ingediende klachten, de wijze waarop de klachten zijn afgedaan alsmede of klachten aanleiding hebben gegeven om het beleid of de wijze van uitvoering van een taak te wijzigen. De namen en adressen van de klagers of van de personen, waarover is geklaagd worden niet in de rapportages opgenomen.
- De klachtenrapportage wordt aangeboden aan het dagelijks bestuur. Het dagelijks bestuur neemt de rapportage op in het jaarverslag.
- Overeenkomstig artikel 9:12a van de wet worden de klachtenrapportages gepubliceerd. De klachtenrapportages worden voorts gedurende een termijn van zes weken ter inzage gelegd.
Artikel 13 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2013.
Artikel 14 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als "Klachtenregeling Omgevingsdienst Flevoland en Gooi en Vechtstreek".